Doorgaan naar hoofdcontent

Project

Alle vermist Nederlands erfgoed verdient het om te worden gedocumenteerd en zo mogelijk opgespoord. Dat geldt ook voor het materiële erfgoed van de Nederlandse vrijmetselarij, dat in de Tweede Wereldoorlog collectief door de nazi’s is geroofd. Het betrof niet alleen het historische erfgoed van 67 individuele loges (lokale verenigingen), ook het beroemde museum van de Grootloge in Den Haag (het huidige Vrijmetselarij Museum). 

Na de bevrijding keerden archieven en bibliotheken met hulp van de geallieerden grotendeels terug, maar de vele historische en rituele voorwerpen, beeldende en toegepaste kunst, jubileum- en gedenkstukken uit de periode 1734-1940 bleven vermist. Na 1945 had de vrijmetselarij haar handen vol aan de rouw om overleden 'Broeders', de zorg voor weduwen en wezen, en de moeizame strijd om rechtsherstel (terugvorderen van de geroofde  gebouwen en gelden). De wederopbouw van het verenigingsleven kreeg prioriteit en voor opsporing ontbrak binnen de eigen organisatie bovendien de juiste expertise. 

De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor restitutiekwesties, maar de roof van vrijmetselaarserfgoed bleef opmerkelijk genoeg daarbij buiten beschouwing. Dat terwijl de geroofde museumcollectie banden heeft met het Koninklijk Huis en het vermiste erfgoed ook de materiële erfenis van vele Joodse vrijmetselaren en hun loges vertegenwoordigt. 


Het Mondriaan Fonds maakte in het kader van de regeling '75 jaar vrijheid' (2020) alsnog een onderzoek naar de erfgoedroof mogelijk. Het project wordt in 2021-2024 uitgevoerd door een zelfstandig kunsthistoricus: dr. Andréa Kroon. De Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden verleent medewerking aan het onderzoek en de presentatie van de resultaten in 2025. De Stichting Maçonniek Studiefonds doet een bijdrage in de kosten van het reproduceren van relevant beeldmateriaal.

Doel van het project is het documenteren van de belangrijkste vermiste objecten en delen van deze informatie in brede, internationale kring, zodat nieuwe opsporingskansen ontstaan.* Daartoe moet worden vastgesteld waaruit de collectie van de Grootloge en kleinere logecollecties in 1940 bestonden, en wat na de inval van de bezetter is vernietigd, geroofd of gered. De hoofdrolspelers aan zowel Duitse als Nederlandse zijde worden in kaart gebracht, evenals de vermoedelijke transportroutes en bergplaatsen. 

Verwacht resultaat is een beter inzicht in de omvang en impact van de roof, en de betekenis van vrijmetselaarserfgoed als onderdeel van het Nederlands cultuurbezit. De vele logeleden die probeerden hun erfgoed uit handen van de bezetter te redden, zagen hun verenigingsgebouw in vlammen opgaan, hielden in Duitse en Japanse kampen bijeenkomsten om gemoederen te sterken, of werden vermoord vanwege een Joodse identiteit of rol in het verzet, verdienen herdenking. En ieder object dat nog kan worden opgespoord, is die inspanning waard. In dit digitale tijdperk is het soms al voldoende om te weten waar zich iets bevindt, zodat erfgoed weer vindbaar is voor onderzoek of expositie. 

Tips, vragen en suggesties over relevante archieven en objecten zijn welkom via erfgoedroof@gmail.com.

[* Hoewel het onderzoek zich formeel beperkt tot loges van het Grootoosten der Nederlanden, ondergingen veel verwante organisaties in de oorlogsjaren hetzelfde lot, waaronder niet alleen de 'Le Droit Humain'NVVV en B'nai B'rith, maar ook broederschappen (IOOFAOF) en esoterische organisaties (spiritisten, rozekruisers, TVNAViN). Zijdelings worden ook over hun geschiedenis en erfgoed gegevens verzameld.]

Reacties